Aanschaf van een piano of vleugel
Als docent ben ik bereid te informeren en te adviseren bij de aanschaf van een piano. Ik verwijs u graag naar erkende pianozaken. De firma H.P. Steenhuis te Glimmen biedt een ruime keuze aan nieuwe en gebruikte piano’s en vleugels. Ook bestaat de mogelijkheid tot het huren van een piano. Een bezoek aan deze zaak is beslist de moeite waard. Voor verdere informatie verwijs ik u naar de website van de firma Steenhuis
De piano
De piano is hét toetsinstrument dat zich uitstekend leent om muziek mee te maken. Alleen of samen met anderen, om naar te luisteren en om via het uitgebreide repertoire wat ervoor geschreven is, de muziekgeschiedenis in te duiken. Er wordt wel eens beweerd dat de piano het meest romantische instrument is. Veel componisten uit de 19e eeuw vonden dat in elk geval, en zo ontstonden er hele groepen van pianospelende componisten die probeerden hun muzikale fantasie met behulp van dit nieuw ontwikkelde instrument vorm te geven. Bijna elke grote componist heeft wel voor piano geschreven. Echter, in de tijd van J.S. Bach en D. Scarlatti die maar liefst 555 sonates schreef, bestond de piano nog niet en was het klavecimbel het meest geliefde toetsinstrument. Maar zo’n 50 jaar later toen Ludwig van Beethoven zijn eerste pianowerken schreef, nam het pianoforte of hammerklavier de plaats in van het klavecimbel.
De geschiedenis van de piano
De piano heeft ruim driehonderd jaar nodig gehad om tot zijn huidige vorm te komen. Laten we daarom ook niet voorbijgaan aan zijn voorgangers zoals het monochord met één snaar. De benedictijner monnik Guido van Arezzo (1000) gebruikte dit instrument o.a. voor de demonstratie van het door hem ontwikkelde solmisatiesysteem en Pythagoras had al 1500 jaar eerder geëxperimenteerd met het monochord….of het hakkebord, een zeventiende-eeuws instrument dat nog familie was van het cimbalon van de Hongaarse zigeuners. Instrumenten als het clavichord, spinet en klavecimbel vormen zowel qua pianobouw en uitvoeringspraktijk een belangrijke schakel tussen de stijlperioden Barok en de Klassieke tijd.
Het clavichord
Het clavichord dateert uit de 15e eeuw en was het eerste toetsinstrument dat regelmatig in huis werd bespeeld, het heeft de vorm van een doos en kan dus makkelijk op tafel gezet worden. De snaren van dit instrument (twee voor elke noot om de klank te versterken) worden aangeslagen met kleine koperen plaatjes of “tangenten”. Ze blijven tegen de snaar gedrukt totdat de toets wordt losgelaten; je kunt dus met de vinger de toon beïnvloeden na de aanslag. Bijvoorbeeld de toon laten vibreren. Het instrument heeft een zeer zachte, tere klank.
Het spinet
Ook het spinet is een zacht klinkend instrument, dat meer geschikt is voor de huiskamer als voor de concertzaal. De snaren worden door een mechaniek aangetokkeld. Als er een toets ingedrukt wordt wipt er een stukje hout of “krik” op, een daaraan vastzittende pin “plukt” aan de snaar en er ontstaat een mooi tingelend geluid. (In het woord spinet zit het Latijnse woord spina of doorn, wat verwijst naar de pin). Het spinet was ongeveer 100 jaar lang een geliefd instrument, vanaf de jeugd van J.S. Bach tot aan de dood van W.A. Mozart in 1791.
Het klavecimbel
Vier eeuwen lang, ongeveer tot aan het einde van de 18e eeuw was het klavecimbel het populairst. Het klavecimbel is als het ware een spinet in het groot, meestal mooi beschilderd en met een donkere klank. Sommige klavecimbels hebben twee of zelfs drie klavieren en bovendien nog allerlei mechanieken of “registers” om de klank te veranderen of te versterken. In Italië werden het klavecimbel als begeleidingsinstrument gebruikt maar in Engeland als solo-instrument waardoor de techniek van het klavierspel tot grote ontwikkeling kwam door het virtuoze spel van de virginalisten zoals Thomas Tallis en William Byrd. Ook in Bach zijn tijd waren kamermuziek en orkestwerken zonder klavecimbel ondenkbaar.
De piano
In 1698 begon de Italiaanse klavecimbelbouwer Bartolomeo Cristofori (1650-1731) aan een nieuw toetsinstrument te werken. Hij wilde een instrument maken dat zowel hard als zacht kon klinken, wat het klavecimbel niet kon. In 1709 was het instrument klaar en hij noemde het eenvoudigweg gravicembalo col piano e forte (klavecimbel met zacht en hard).
Later werd het instrument bekend als pianoforte of fortepiano en nog later gewoon piano. Cristofori’s piano’s hadden voor elke toon twee snaren (om het instrument luider te maken). De snaren werden aangeslagen door met leer beklede hamertjes. Een probleem was dat Cristofori moest voorkomen dat de hamer die de snaar had aangeslagen, terug zou veren en de de snaar onbedoeld nog eens zou raken. Daartoe ontwierp hij een mechaniek dat we tegenwoordig “’échappement” noemen, het plaatsen van een zogenaamde “vanger” wat de hamer verhinderde weer terug te kaatsen. Cristofori’s uitvinding kreeg grote bekendheid en spoedig begonnen ook andere instrumentenmakers piano’s te bouwen.
In Duitsland toonde de orgelbouwer Gottfried Silbermann trots zijn net voltooide piano aan J.S. Bach, maar de componist was niet erg onder de indruk. Hij vond dat de hoge tonen te dun klonken en dat de aanslag te zwaar was, Silbermann werkte daarna jarenlang aan een piano met een lichtere aanslag waar Bach zich veel positiever over uitsprak. In de loop der jaren hebben veel bouwers zich met de verbetering van het pianomechaniek beziggehouden.
De componisten uit de Klassieke tijd zoals Beethoven en Mozart die fantastisch voor de piano schreven en zelf ook uitstekend piano speelden, waren voor pianobouwers een dankbaar publiek als het ging om het testen van hun nieuwe instrumenten. Zo was Mozart zeer te spreken over de piano’s van Andreas Stein, (een leerling van Silbermann) zo kunnen we lezen in een brief van Mozart aan zijn vader uit 1777. Hij was erg blij met de regelmatigheid van de klank, de demping van de snaren en ook het zogenaamde “kniepedaal”(een voorloper van ons huidige voetpedaal) kon hem bekoren. Bij de piano werden de snaren gespannen op een harpvormig raam, aanvankelijk van hout en verstevigd met metaal. Maar doordat hout nogal eens wil uitzetten en krimpen, veroorzaakt door klimatologische omstandigheden, ontwikkelde men een metalen raam.
Later in de 19e eeuw bouwde men een gietijzeren raam waardoor het instrument beter “op toon” bleef. Tegen het einde van de 18e eeuw was de stad Londen een voornaam centrum van de piano-industrie geworden (denk aan de componist Clementi met zijn sonatines en sonates). In 1783 introduceerde de firma Broadwood een uiterst belangrijk onderdeel van de moderne piano, namenlijk het rechter voetpedaal, waarmee de dempers van de snaren worden afgetild zodat de snaren langer blijven doorklinken. Als respons op de steeds hogere eisen die Beethoven stelde aan de piano kreeg hij in 1818 van de Londense fabrikant een Broadwoodvleugel cadeau (het beroemde “Hammerklavier”). De laatste 4 pianosonates van de in totaal 32 sonates en de Diabelli-variaties zijn hoogstwaarschijnlijk voor dit instrument geschreven.
Had het achttiende-eeuwse gedeelte van het piano-avontuur zich voornamelijk afgespeeld in Duitsland en Engeland, de negentiende eeuw was getuige van een ontwikkeling in Frankrijk in de persoon van Sébastien Erard (1752-1831). Hij was een van de grootste bouwers die we hebben gekend; hij heeft de basis gelegd voor alle latere pianomechanieken. Soms hebben belangrijke voorvallen in de geschiedenis hun invloed gehad op de ontwikkelingen in de pianobouw, zo ook voor Erard die door de Franse revolutie naar Engeland werd verjaagd en daar kennis maakte met de Engelse pianobouwers. Hij kreeg een werkplaats in de Great Marlborough Street in Londen en in 1796 was zijn eerste Erard-vleugel klaar met een sterk verbeterd Engels mechaniek. In 1821 was het baanbrekende dubbele échappement of repetitiemechaniek vervolmaakt waardoor het instrument een gemakkelijke en vrijwel ongelimiteerde snelle toonherhaling toestond.
Pas in de twintigste eeuw deed Amerika zijn belangrijke, ja beslissende intrede in de pianobouw. Dit was voornamelijk. het werk van de fam. Steinway, oorspronkelijk afkomstig uit Duitsland genaamd Steinweg. Henry Engelhard Steinweg vluchtte naar Amerika in 1848 en zette daar zijn werk voort met als uitgangspunt het Erard-mechaniek. Zijn nakomelingen hebben het mechaniek verbeterd en geperfectioneerd; het wordt heden ten dage beschouwd als de hoogste perfectie op pianogebied. Amerika’s triomfantelijke intocht in de wereld van de pianobouw betekent niet dat het niveau van de Europese instrumenten aan het afnemen was, integendeel. In Wenen is de firma Bösendorfer gevestigd, in Duitsland zijn naast een vestiging van Steinway in Hamburg ook merken te vinden als Bechstein, Blüthner, Grotrian-Steinweg en Schimmel.
Andere bekende pianomerken zijn: Yamaha, Kawai, Pleyel
Ellen speelt G. Crumb